Bram de Winter en Eddy van Nus, die we al kennen uit de andere spannende boeken over Commissaris Achterberg, zitten voor hun eindexamen. Gelukkig slagen ze allebei. Het toeval wil, dat oom Bram, die de jongens goed gezind is, een aardig motorbootje heeft liggen op zijn scheepswerf aan de Maas. Omdat ze geslaagd zijn, mogen de jongens dit scheepje in de vakantie best een tijdje gebruiken. Een geweldige buitenkans voor deze twee ondernemende jongens, die zich weldra als echte varensgasten gedragen! Het zeemansbloed vloeit blijkbaar bij hen in de aderen, want het duurt niet lang of ze pikken op een avond een drenkeling op uit de rivier... en dat is het begin van een nieuw, spannend avontuur. Het blijft niet bij één drenkeling, later lijkt het wel of de hele politiemacht in het water ligt met hun oude vriend Dikke Piet aan het hoofd! Dan komt Commissaris Achterberg weer in actie tegen een bende brutale havendieven! Dank zij Eddy en Bram kan hij krachtig toeslaan en het ziet er voor de boosdoeners bepaald niet goed uit! Wim van Helden op zijn best! Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie