In een klein, arm dorp op het Friese platteland wonen moeder "Mem" Afke en vader "Heit" Marten met hun tien kinderen. Het jongste kind is pas geboren en het valt Afke zwaar haar laatste "popke" voldoende eten te geven. In tegenstelling tot de rijke boeren en stadslui is voor Afke elke dag er een waarop zij hoopt alle monden weer te kunnen voeden. Geld voor aardappelen, boter, kleren en turf voor de kachel is er nauwelijks. Het hele gezin heeft dus bijna altijd honger en 's winters gaan ze vroeg naar bed om in de bedstee, dicht tegen elkaar aangekropen, nog enige warmte te vinden. De opofferingen die Afke zich moet getroosten om haar kinderen een bestaan te geven, hoe karig ook, gaan soms heel ver. Voor de jeugd van vandaag zal het moeilijk zijn te begrijpen dat veel van de in dit boek beschreven gebeurtenissen ook hun eigen opa's en oma's niet onbekend zullen zijn. Nienke van Hichtum heeft met haar Afke's tiental een boek geschreven dat zijns gelijke in de Nederlandse jeugdliteratuur niet kent. Het is sinds de eerste uitgave bij Uitgeverij Kluitman in 1906 dan ook door zeer veel Nederlanders gelezen. Deze jubileumuitgave bevat illustraties van J.H. Isings jr. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie