In De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett gaat Mary na de dood van haar ouders bij haar oom wonen. Omdat er in het grote stille huis niet veel te spelen valt, trekt Mary vaak de tuin in. Ze ontdekt een ommuurd, afgesloten gedeelte, en weet er binnen te komen. Een geheime tuin, alleen voor haar! Voor het eerst van haar leven heeft ze er ook een vriendje gevonden, een roodborstje. Het vogeltje is helemaal niet schuw. In het huis ontdekt ze haar zieke neefje Colin, wiens moeder ook overleden is. Zijn erg rijke vader kijkt niet naar de beide kinderen om. Ze worden verzorgd door personeel dat niets om hen geeft, want het zijn onuitstaanbare kinderen. Hun eenzaamheid wordt langzaam verdreven door twee kinderen uit een landarbeidersgezin, die van jongsaf gewend zijn om aan te pakken. Ze hebben geen tijd om te kniezen, en zijn vertrouwd met de natuur en alles wat erin gebeurt. Deze twee kinderen en de geheime tuin zelf helpen Mary en Colin normale mensen te worden. De geheime tuin staat hoog in de top tien van beste jeugdboeken aller tijden. Geschikt voor lezers vanaf 9 jaar. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie