In een vuilnisbak op de Noordermarkt in Amsterdam vinden twee vuilnismannen een mobiele telefoon. Als de wachtcommandant van Bureau Raampoort de telefoon als gevonden voorwerp aan het inschrijven is, gaat het apparaat plotseling over. Verbaasd neemt de wachtcommandant op en krijgt een doodsbenauwde vrouw aan de telefoon, die vertelt dat de telefoon die de wachtcommandant in zijn handen heeft van haar zoon is... die inmiddels al drie dagen spoorloos verdwenen is. Van Opperdoes en zijn collega Jacob onderzoeken de zaak. Ze hebben een naam, een foto en een mobiele telefoon, maar verder geen idee waar de spoorloze man zich bevindt, of wat er met hem aan de hand is, tot in een verlaten pand een gruwelijk toegetakeld lichaam wordt gevonden. Is dit de verdwenen eigenaar van de telefoon? En zo niet... waarom heeft hij dan een briefje met daarop het nummer van de gevonden telefoon bij zich? Hoe harder rechercheur Van Opperdoes en zijn collega Jacob hun best doen om het raadsel op te lossen, hoe groter het mysterie lijkt te worden... Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie