Een door mijn god geschapen woestenij is de derde novelle uit de wereld van Het Lied van het Gebroken Zand van Bradley P. Beaulieu, met een glansrol weggelegd voor Çeda’s mentor, Djaga. Djaga Akoyo heeft de graslanden van haar thuisland lang geleden verlaten en heeft zich flink omhooggewerkt in de vechtkuilen van Sharakhai als de befaamde Leeuw van Kundhun. Wat Djaga echter aan niemand heeft verteld, is het verschrikkelijke geheim dat haar Kundhun heeft doen verlaten. Dat geheim dreigt nu aan het licht te komen als een van haar stamgenoten, Afua, onaangekondigd naar Sharakhai komt en haar schaamtevolle verleden wil openbaren. Iets wat Djaga’s zorgvuldig opgebouwde leven compleet zou verwoesten. Afua vertelt haar dat met een laatste vechtpartij in de kuil hun beider demonen te ruste kunnen worden gelegd. Maar Djaga heeft veel meer te vrezen dan alleen Afua’s demonen, of die van haarzelf. Ze heeft ook nog Nadín, een vrouw met wie ze hoopt de rest van haar leven door te brengen als ze eenmaal klaar is met kuilvechten. Maar hoe kan ze een nieuw leven opbouwen met Nadín, als de verschrikkingen die ze in het verleden heeft veroorzaakt haar nog steeds bezighouden? Djaga moet eens en voor altijd besluiten of ze haar verleden wil confronteren, maar als ze dat doet verliest ze misschien de liefde van haar leven. ‘Beaulieus wereld en personages trekken je direct zijn boeken en novelles in.’ Martijn Lindeboom, Hebban Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie