Rome wordt almaar duurder, en de familie is arm. Dus verhuizen zij naar een dorpje in de buurt van de hoofdstad, aan het meer van Bracciano. Maar een ding is zeker: dochter Gaia moet in Rome naar een goede school, anders is er weinig kans op een beter leven. Op school wordt ze gepest: het meisje met de flaporen en het rode haar, de verkeerde kleren. Alessandro is de ergste. Als hij haar tennisracket kapotsnijdt (het hele gezin heeft voor de aanschaf ervan moeten inleveren), ruïneert Gaia zijn knie en pakt hem zijn racket af. Het is niet moeilijk om een slecht mens te worden. Een zomerliefde met Luciano, een jongen uit de hogere kringen, eindigt in een teleurstelling: geen cadeaus, geen warmte. Als wraak geeft ze een jongen ‘die niet deugt’ Luciano’s adres. Als de jongen haar vraagt wat zij wil als tegenprestatie, denkt ze: alles wat in dat huis staat en in het huis ernaast. Maar ze vraagt alleen een mobieltje. Om vooral niet te doen wat anderen haar aanraden, schrijft Gaia zich in voor een studie Filosofie. Ze werkt hard, terwijl anderen plezier maken. Als blijkt dat de studie niks gaat opleveren, gooit ze al haar geliefde boeken weg. Wat is ‘een betere toekomst’, als je aan de verkeerde kant van de rivier bent geboren? Pas jaren later geeft Gaia gehoor aan de wens van een vriendin: leer me met moed van de pier te springen: elkaar een hand geven, keihard schreeuwen en dan met lef de diepte in. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Anderen bekeken ook
-
Anjet Daanje
-
Steve Berry
-
Ron Moerenhout
-
Graeme Simsion