8 januari 2019 | Tip van Eric

Hartverscheurend en huiveringwekkend verhaal over een gitzwarte bladzijde uit de Amerikaanse geschiedenis, die nog nadreunt in het heden.

De ondergrondse spoorweg was in de negentiende eeuw in werkelijkheid een netwerk van smokkelroutes met onderduikadressen. Slaven uit de zuidelijke staten vluchtten via deze route naar het noorden, waar ze beschermd werden. Maar Colson Whitehead zet in dit boek geheel overtuigend een écht tunnelstelsel neer. Dwars door Amerika, met stations, perrons, stoomtreinen en opzichters.

De jonge slavin Cora probeert via die ondergrondse te vluchten van de plantage, waar ze gebukt gaat onder racisme en terreur. Vooral het kat-en-muisspel tussen haar en de meedogenloze slavenjager Ridgeway joeg me de stuipen op het lijf. Door Whiteheads onderkoelde, soms afstandelijke en terloopse vertelstijl én die vondst van een echte ondergrondse lijkt het boek een sinistere en grimmige 'Alice in Wonderland'.

Eric
Coördinator online Bibliotheek

Schrijvers van wie ik veel werk heb gelezen zijn Bret Easton Ellis, Harry Mulisch en Arnon Grunberg. Mooie boeken van anderen die mij bijzonder zijn bijgebleven, zijn ‘Gloed’ van Sándor Márai, ‘De Meester en Margarita’ van Michail Boelgakov, ‘Hokwerda’s kind’ van Oek de Jong en ‘Liefdeleven’ van Marcellus Emants.

De laatste tijd lees ik meer non-fictie. Mijn interesse gaat daarbij uit naar politieke reconstructies, memoires en biografieën, en naar boeken over de Middeleeuwen en over Europese en Nederlandse geschiedenis.