Het blauwe bergmeer van Ochrid, de Macedonische bergen op de grens van Joegoslavië en Albanië vormen het decor van dit romantische verhaal. Branko Markovitsj, fotograaf en assistent van een Franse archeoloog, is een grillige jongeman, verzot op drank, muziek en vrouwen, maar hunkert tegelijkertijd naar een beter en bestendiger leven. Hij ontmoet een studente uit Belgrado op wie hij na een kort en schuw contact verliefd wordt. Tussen Branko en Doesjka, totaal van elkaar verschillende mensen, begint dan het grote liefdesspel. Zij willen trouwen en aan de vooravond van hun huwelijksdag wordt een feest gehouden: de zeven beste zigeuners zijn uitgenodigd om er de zeven lievelingsliederen van de bruidegom te komen spelen. Aan elk lied is voor Branko de herinnering aan een avontuur met een vrouw verbonden. Hij ziet zijn wilde leven weer aan zich voorbijtrekken en vreest dat Doesjka onder zijn grillige aanvechting zal lijden. Hij vlucht. Maar Doesjka reist hem achterna en weet hem te overtuigen dat zij samen een nieuw leven kunnen beginnen.