Johan Braeckman Van mythen tot Socrates
Een hoorcollege geschiedenis van de westerse wijsbegeerte, van 3000 tot 400 v.C.
Luisterboek (digitaal)
Dit is deel 1 van de serie Een geschiedenis van de westerse wijsbegeerte en gaat over de periode van 3000 tot 400 v.C. waarin Johan de ontwikkelingen van de wijsbegeerte bespreekt vanaf de oudst bekende mythen en verhalen, de presocratici en sofisten tot en met Socrates, die de gifbeker dronk in 399 v.C. In zijn colleges neemt Johan Braeckman de luisteraar op unieke wijze mee in een intellectueel avontuur door de geschiedenis van het menselijk denken. Over de collegeserie Een geschiedenis van de westerwijsbegeerte: Al minstens 5000 jaar worstelt de mensheid met fundamentele vragen over het leven. Cruciale vragen over ons bestaan en ons wezen worden sinds het begin van de beschaving door bedachtzame mannen en vrouwen overwogen. Vragen als: wat is echt? Wat zou het doel van mijn leven moeten zijn en hoe moet ik dat leiden? Wie of wat is God? Hoe kan er vrijheid zijn in een wereld die wordt bepaald door causale wetten? Wanneer is het legitiem dat een persoon macht heeft over anderen? Wat is gerechtigheid? Waarheid? Goedheid? Schoonheid? De meest briljante geesten in de geschiedenis concentreerden zich op deze vragen en hun zoektocht naar antwoorden liet ons een intellectuele erfenis van onovertroffen diepte en rijkdom na. Wijsbegeerte, zegt Braeckman, is de rationele benadering van problemen waarvoor nog geen wetenschappelijke oplossingsmethodes bestaan. Met deze omschrijving als rode draad, neemt hij de luisteraar mee op een intellectueel avontuur door de geschiedenis van het menselijk denken, van de vroegste mythen tot nu. INHOUD College 1. Inleiding op de geschiedenis van de westerse wijsbegeerte H1. De opzet van deze serie hoorcolleges H2. Inleiding op de filosofie H3. Wat is filosofie? H4. Wat is de oorsprong van de filosofie? H5. Het belang van de geschiedenis van de filosofie College 2. Filosofie in mythen en legenden (ca. 3000 tot 700 v.C.) H6. Filosofie ontstaat in een stedelijke context H7. De neolithische revolutie H8. Mythen zoals in het boek Genesis en het Gilgamesj epos H9. De boeken Job en Prediker H10. Homerus H11. De Griekse tragedies College 3. De presocratici (ca. 700 tot 400 v.C.) H12. Over de relatie tussen filosofie en wiskunde H13. Thales van Milete (ca. 624-546 v.C.) H14. Het belang van wiskunde bij Thales H15. De Milesiërs Anaximander (611-546 v.C.) en Anaximenes (585-525 v.C.) H16. Pythagoras (ca. 569-475 v.C.) H17. De filosofie van Pythagoras H18. Xenophanes (ca. 570-470 v.C.) H19. Herakleitos 'de duistere' (ca. 540-480 v.C.) H20. De filosofie van Herakleitos H21. Parmenides (ca 515-? v.C.) H22. Begin van de zoektocht naar waarheid H23. Zeno van Elea (490-430 v.C.) H24. Overzicht van de presocratici H25. Anaxagoras (ca. 500-428 v.C.) en Athene als centrum College 4. De sofisten (5de eeuw v.C.) H26. De sofisten en het relativisme H27. Problematiek van het relativisme H28. Feitelijkheid en subjectivisme H29. Ethiek en relativisme College 5. Socrates (469-399 v.C.) H30. Inleiding op Socrates H31. Het Socratisch probleem H32. De Socratische methode H33. Inleiding op het proces tegen Socrates H34. Socrates over democratie H35. Het proces tegen Socrates en zijn terechtstelling H36. Wat is het goede leven? H37. De dialogen Crito en Phaedo Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie
Meer informatie
Anderen bekeken ook
-
Johan Braeckman
-
Herman Philipse
-
Alles over Historia
-
Johan Braeckman